In lastige wedstrijden kan hij, met zijn beresterke lichaam, meespelen in de finale. En als het op een sprint aankomt is het podium nooit veraf. Marius Wold, 23, hoopt dit seizoen bergen ervaring op te doen en als het kan hier en daar meedoen voor de prijzen. Afkomstig uit Kongsvinger, 110 Km te noordoosten van Oslo en vlakbij de Zweedse grens, heeft nog geen grote wielrenners opgeleverd. Marius hoopt de eerste te zijn die zijn kleine stadje op de wielerkaart zet.
“Het is eigenaardig begonnen want eigenlijk speelde ik voetbal in Noorwegen. Mijn ouders waren allebei fietsers en toen ik een keer meereed kreeg ik de smaak te pakken. Ik was toen 15 en die liefde is niet meer over gegaan.”
Als junior kwam Marius naar België waar hij voor het team van Olivier Onderbeke reed.
“ Ik leerde snel bij en dat zagen ze ook in Noorwegen. Ik werd belofte bij Joker Fuel en een jaar later zat ik weer in het land waar je renner wordt, hier dus. En ik voel me hier goed.”
Marius is een stevige knaap met een sterk lichaam. In de zwaardere koersen, liefst met een paar kasseistroken erin, voelt hij zich opperbest.
“En als we met een groepje naar de meet kunnen ben ik in de sprint ook niet kansloos,” voegt hij er fijntjes aan toe. “De lange klimmen zijn niet aan mij besteed maar korte ‘snokken’, zoal in Nokere, lust ik wel. De koers is nu mijn leven want daarnaast bestaat het uit eten, rusten, trainen, wat tv kijken en af en toe een spelletje gamen met vrienden. Ik weet dat dit jaar me nog beter zal maken want ik voel me heel goed in de ploeg. Ik versta het Nederlands al behoorlijk maar spreken, daar moet ik nog wat aan werken. Ik spreek makkelijker ‘met de benen’!”